Roken. We weten allemaal dat roken het risico op longkanker vergroot. Dat is geen nieuws. En toch… associeerde ik dat risico jarenlang niet echt met mezelf. In mijn omgeving overleden enkele mensen aan longkanker – soms dichtbij, soms wat verder weg. Maar iets in mij hield het abstract. Alsof het niet over mij ging.
Heel af en toe fluisterde een stemmetje in mijn hoofd dat ik beter kon stoppen. En heel soms luisterde ik daarnaar.
De eerste keer dat ik écht stopte, was toen ik acht maanden zwanger was van onze oudste dochter. Tot grote opluchting van mijn man. Maar ik deed het voor haar – niet voor mezelf. Dat idee dat ik het waard was om gezond te blijven, leefde toen simpelweg nog niet sterk genoeg in mijzelf.
Rebels
Twaalf jaar later, tijdens de afscheidsborrel van mijn werk voordat wij naar Singapore verhuisden, begon ik weer. Heel voorzichtig. Met een wijntje in de hand en gezellige collega’s om me heen. Het voelde rebels. Stiekem. Ondeugend. Alsof ik even iets deed wat níét mocht. En dat was precies de aantrekkingskracht.
Jarenlang rookte ik vervolgens incidenteel. Alleen bij bijzondere gelegenheden, als ik dat rebelse gevoel weer even wilde. Maar uiteindelijk bleek ik toch het type verslaafde roker. Mijn patroon werd er een van stoppen en weer beginnen. Maandenlang niet roken, en dan toch weer terugvallen. Altijd met datzelfde mechanisme: nu mag het wel, even dan, het stelt niets voor. En dan ben je weer vertrokken.
Ik accepteerde het
Toen de longarts me begin maart vertelde dat er op de CT-scan een tumor te zien was in mijn rechterlong, voelde ik meteen: Nu is het mijn beurt.
En eerlijk? Ik accepteerde dat zonder verzet. Alsof ik intuïtief wist: Ik heb hier zelf ook niets aan gedaan om het te voorkomen.
Mijn longarts speelde daar begripvol op in. Hij zei: ‘Terugkijken heeft nu geen zin. En weet: ook mensen die nooit gerookt hebben, krijgen longkanker.’ Hij hoefde dat niet te zeggen, maar het deed me goed. Alsof ik tóch nog even werd losgemaakt van schuld en schaamte.
Want ja, het slechte nieuws stapelde zich daarna snel op: uitgezaaide longkanker. Naar een lymfeklier. En naar mijn hersenen. Fase 4. Ongeneeslijk.
Jezelf gerust stellen
Opvallend genoeg is roken sindsdien eigenlijk geen gespreksonderwerp meer geweest. Niet met artsen, niet in mijn gezin. En toch denk ik er zelf nog vaak aan. Zeker als ik zie dat mensen om me heen af en toe een sigaret opsteken. Ik snap het. Echt. Het is het wonderlijke, niet-associatieve vermogen van het brein: dat je iets ziet, iets wéét, maar het nog steeds niet écht binnenlaat.
Ook de klassieke ‘slechte voorbeelden’ – zoals die van dementerende familieleden van ver boven de tachtig, die hun hele leven gerookt hebben en het nog steeds lijken te overleven – helpen niet om de knop om te zetten. We zijn daar als mens creatief in: uitzonderingen gebruiken om onszelf gerust te stellen.
Maar ik weet nu: je kunt jezelf best lang voor de gek houden. Tot het moment komt dat de realiteit je inhaalt.
Luister naar de stemmetje
Toch wil ik dat dit blog niet alleen voelt als een waarschuwing of schuldbekentenis. Want ik veroordeel mezelf niet. En ik veroordeel anderen ook niet. Roken is vaak niet alleen een gewoonte – het is verweven met gevoelens, met identiteit, met herinneringen. Soms zelfs met troost.
Maar wat ik wel wil zeggen: als je ergens diep van binnen weet dat je zou willen stoppen, luister dan eens écht naar dat stemmetje. En doe het dan – voor jezelf. Niet pas als het te laat is. Niet alleen omdat je een ander gelukkig wilt maken. Maar omdat jij het waard bent.

Ik ben Nicolette, 60 jaar, getrouwd en moeder van twee prachtige dochters van 25 en 26 jaar. Vanaf april 2025 schrijf ik regelmatig een blog over mijn leven met uitgezaaide longkanker. Niet alleen om te delen wat er gebeurt en het gesprek op gang te brengen, maar ook om verbonden te blijven met wie ik ben: een levenslustige, optimistische vrouw die midden in het leven staat.